Cirkel
'Wat zou ik blij zijn als ik nog ontdekken zou,' zo sprak de man, 'hoe dat ik zonder passer tóch een cirkel construeren kan.' Zijn eega lachte: 'Hou toch op. Dat is toch reuzesimpel, schat.' Ze hief zijn natte koffiekop van zijn nog maagdelijk blad. Marjolein Kool Wis- en natuurlyriek, Drs. P en Marjolein Kool, Nijgh & Van Ditmar, 2000 Tellen
'Pims IQ?' vroeg juf Marloe. 'Heeft dat joch wel hersencellen? Hij weet nog niet tot twee te tellen. Maar hoe zeg ik dat zijn moe?' 'Onze Pim,' zei moe met flair, 'lijkt op mij, maar is nog knapper, wordt computerwetenschapper, want hij telt zo leuk binair!' Marjolein Kool Wis- en natuurlyriek, Drs. P en Marjolein Kool, Nijgh & Van Ditmar, 2000 |
Rekenkunde
Wat ik aan u voor wil leggen, is een vraagstuk van niveau. Kunt u mij het antwoord zeggen, klinkt mijn welgemeend 'chapeau'. Zeven vieze vliegen liepen op mijn tafel in de kroeg, tot ik snel mijn hand liet zwiepen en er twee te pletter sloeg. Nu wil ik als opdracht geven: noem het aantal vliegen dat na mijn zwieperd van zo-even levend nog op tafel zat. 'Vijf?' hoor ik hier iemand wagen. Na zo'n poeier? Het idee! Voor mij op de tafel lagen enkel nog die dooie twee! Marjolein Kool Wis- en natuurlyriek, Drs. P en Marjolein Kool, Nijgh & Van Ditmar, 2000 Het zusje van het zesje uit het derde rekenlesje trouwde op papier met een hele mooie vier. Dat maakt samen tien, wist de elf helemaal zelf. Ochgot ochgot wie had dat gedacht... zei de diepontroerde acht. Geert De Kockere Op mijn lippen groeit een zoen, Geert De Kockere, Abimo, 2004 |