Ontwikkelt mondelinge vaardigheden waarbij
luistervaardigheid centraal staat (en wordt niet verplicht Frans te spreken met
de leraar of de medeleerlingen)
Ontdekt gemeenschappelijkheden en verschillen
tussen het Frans en het Nederlands en eventueel andere talen zoals de thuistaal
Verwerft (inter)culturele competentie
Verhoogt zijn/haar zelfvertrouwen
Legt de basis voor het formele leerproces
Frans
Wordt gestimuleerd in het taaldenken door de
betekenis van een woord, een zin af te leiden
Leert onbewust grammaticale elementen aan zoals werkwoordvormen, geslacht, meervouden e.d.